
Je denkt nu waarschijnlijk: Who the f*ck is de Jos? Dat is exact mijn punt. Onlangs ging een radiopresentator de publieke uitdaging aan om in dertig dagen een boek te schrijven en te publiceren. Hij vond meteen een grote uitgever die met hem in zee wilde gaan. Auteur uitzinnig, publiek door het dolle heen, iedereen blij. Een kus van de juf en een bank vooruit, zoals ze in Vlaanderen zeggen. Hij realiseerde in een maand tijd waar het merendeel van de schrijvers jaren over doen: bij een grote uitgeverij binnen geraken met een manuscript.
To sell or not to sell, that’s the question
Is dat in zijn geval wel een prestatie? Dat is de vraag. Een uitgeverij is een commercieel bedrijf, geen kunstgilde of een liefdadigheidsinstelling.Er zijn meerdere facetten die bepalen of je als auteur een uitgeverij kan overtuigen of niet.
De kwaliteit van je verhaal speelt uiteraard mee, maar ook de verkoopbaarheid speelt een rol. Is het boek gericht op een brede doelgroep? Past het in een (sub) genre of valt het tussen twee genres? Speelt het in op een actueel thema of is het eerder bedoeld voor een nichepubliek? Een boek over jouw afkomst is misschien leuk voor je familie maar daarom nog niet verkoopbaar, hoe goed het ook geschreven is.
Niet alleen de verkoopbaarheid van je boek wordt beoordeeld. Ook jij als auteur wordt onder de loep gelegd. Ben je een bekende figuur of een populaire influencer? Hoeveel volgers heb je op sociale media? En daar wringt vaak het schoentje. Statistisch gezien heeft een DJ van een bekend radiostation veel meer kans om gepubliceerd te worden met een flutverhaal dan Jos uit Bommerskonten met een baanbrekend verhaal. De Jos is nu eenmaal moeilijker in de markt te zetten.
Nood aan eerlijke verhalen
Voor alle duidelijkheid: ik beweer niet dat die radiopresentator een flutverhaal heeft geschreven. Misschien is het fantastisch en groeit het terecht uit tot een bestseller. Bovendien gun ik al mijn collega’s hun succes. Wie me kent, weet dat ik dat oprecht meen.
Mijn punt is dat het er niet toe doet of het goed is of niet. Zijn kans op publicatie was 90%, als het al geen 100 is, terwijl het percentage voor een onbekende auteur amper de 2 haalt. Hij heeft het netwerk, de nodige perscontacten, kortom: alles in huis om de missie te doen slagen. De enige uitdaging was het schrijven zelf. Voor hem was dit evenzeer een uitdaging als voor mij om in één dag mijn garage op te ruimen. Geen klus waar ik naar uitkijk, maar wel één met zekerheid van resultaat.
Het was eerlijker geweest als hij de challenge was aangegaan onder een pseudoniem. Dan had hij een relaas kunnen brengen van zijn strijd om als onbekende auteur bij een goede uitgever terecht te komen, in plaats van het vertekende beeld dat hij nu schept. Je moet al een goed netwerk hebben of een sterke literair agent onder de arm nemen om ergens te geraken.
Dat is waar debuterende schrijvers nood aan hebben: geen romantische sprookjes, maar eerlijke verhalen en verwachtingen.
Reactie plaatsen
Reacties